Kerkgebouw

De Hervormde Kerk, oorspronkelijk gewijd aan de Heilige Martinus, is in eigendom en in onderhoud bij de Hervormde Gemeente. De toren behoort aan de burgerlijke gemeente

In dit gedeelte van de site willen wij u meer laten weten over de achtergrond en het ‘uiterlijk’ van de kerk.

De informatie op deze pagina’s is overgenomen uit het boekje ‘Nederlands Hervormde Kerk Brakel’, samengesteld door W.F. van der Kooij, met als bron een boek uit 1932, “De monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Gelderland, eerste stuk: het kwartier van Nijmegen, eerste aflevering: “De Bommelerwaard” en is uitgegeven bij de Algemeene Landsdrukkerij te ‘s-Gravenhage. Na 1932 is er uiteraard het een en ander veranderd.

De geschiedenis

Blijkens een kerkvisitatie van 8 september 1571 had de heer van Brakel het collatierecht van de parochiekerk, (dat is het recht om een predikant aan te stellen) als ook van het aanstellen van vijf beneficiën of vicarien (uit gunst verleend ambt van notabel). Deze waren verbonden aan drie altaren: van de Heilige Maria, van de Heilige Jacobus en van de Heilige Antonius. De Hervorming drong hier reeds spoedig door. De eerste predikant was Henricus Spudaeus in 1587. Sindsdien is het kerkgebouw in handen de Hervormden gebleven.
Het tufstenen gedeelte in de noordmuur van het schip is blijkbaar een overblijfsel van een Romaans kerkje uit de elfde of twaalfde eeuw.
Dit werd waarschijnlijk in de tweede helft van de dertiende of in het begin van de veertiende eeuw vergroot. Het steenformaat van 29 x 14.5 x 6 – 7 wijst hierop.
Tenslotte werd het in de loop van de vijftiende eeuw verbouwd tot een drie-beukige pseudo-basiliek. Jaartallen boven de orgeltribune geschilderd, wijzen op verbouwingen of herstellingen in 1645, 1749, 1825 en 1851.
Een sepiatekening uit 1735, die de kerk vanuit het noord-oosten weergeeft (afbeelding 5), vertoont de tegenwoordige oostelijke ingang nog niet en geeft de toren met een lage pyramide-vormige spits weer.
Al deze wijzigingen dateren dus van na 1735. De overwelving met de trekbalken, zal, afgaande op vormen en detaillering in het jaar 1851 zijn aangebracht. Een schilderij van het inwendige van de kerk dat in 1847 vervaardigd werd door H.A.F.A. Gobius, geboren in 1815, is thans in onbekend bezit. Van dit schilderij maakte Victor de Steurs een tekening in oostindische inkt, welke zich bevindt in het archief van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. Deze tekening vertoont nog het vroegere houten tongewelf over de middenbeuk en over de zijbeuken een ziende bekapping (lessenaarsdak).

volgende pagina